- best
- adj. beste--------adv. op zijn best--------n. best; feestkleding, uitgaanskleding--------v. winnen, de overhand hebben, overtreffenbest1[ best] 〈zelfstandig naamwoord; meestal the〉1 (de/het) beste2 beste kleren ⇒ beste/zondagse pak, paasbest♦voorbeelden:1 to the best of my ability • naar mijn beste vermogenwith the best of intentions • met de beste bedoelingento the best of my knowledge (and belief) • voor zover ik weet(have) the best of both worlds • het beste/gunstigste van twee dingen (combineren)bring out the best in someone • het beste in iemand doen uitkomendo/try one's (very) best • z'n (uiterste) best doenlook one's best • er uitstekend uitzienmake the best of • het beste maken vanbest of all • het beste/leukste (van alles/allemaal)the best of it • het beste/mooiste van alat best • op z'n best (genomen); hoogstensI am not at my best on Monday mornings • ik ben 's maandagsmorgens niet op mijn best(even) at the best of times • (zelfs) onder de gunstigste omstandighedenhe can still play golf with the best • bij het golfen staat hij z'n mannetje nogall the best! • het beste!2 he wore his (Sunday) best • hij had zijn beste/zondagse kleren aan¶ get/have the best of someone • iemand te slim/vlug af zijn, het winnen van iemandget/have the best of it • de overhand krijgen/hebbengive of one's best • zijn uiterste best doensix of the best • stokslagen, met de latit is (all) for the best • het komt allemaal wel goed→ badbad/————————best2〈bijvoeglijk naamwoord; overtreffende trap van good〉1 best♦voorbeelden:1 best bib and tucker • beste pak, mooiste klerenplay one's best card • zijn hoogste/beste troeven uitspelen¶ have seen its/one's best days • zijn beste tijd gehad hebbenput one's best foot forward • zijn beste beentje voorzettenput one's best leg foremost • zich haastenbest man • getuige 〈van bruidegom〉; bruidsjonkerthe best part (of) • het merendeel/grootste deel (van)————————best3〈bijwoord; overtreffende trap van well〉1 best ⇒ het best2 meest♦voorbeelden:1 this is best denied • dit kun je beter ontkennenhad best, 〈Amerikaans-Engels〉would best • zou 't besteyou'd best go home • je zou 't beste naar huis kunnen gaanbest before • ten minste houdbaar tot2 those best able to pay • zij die het meeste kunnen betalenas best one can/may • zo goed en zo kwaad als men kanlike/love best • het meest houden van
English-Dutch dictionary. 2013.